Veel gestelde vragen rond de tenniselleboog
Een tenniselleboog is ontzettend vervelend. Je hebt je arm overbelast en kunt daardoor veel handelingen moeilijker uitvoeren. Dat stoort natuurlijk erg. Hoewel de klacht veel voorkomt, bestaan er ook veel vragen over. Want hoe snel kom je ervanaf? En wat mag je wel en niet doen met een tenniselleboog?
Wat is tenniselleboog?
De tenniselleboog is een van de meest voorkomende overbelastingsblessures. Jaarlijks heeft tussen de 1% en 3% van de volwassenen te maken met deze klacht. Vooral mensen van tussen de 40 en 50 krijgen te kampen met deze klacht. De pijn zit aan de buitenzijde van de elleboog, soms uitstralend in de onderarm. Deze klachten worden opgewekt door grijpen/knijpen en/of het strekken van de pols/vingers tijdens bewegingen in het dagelijks leven of werk.
Hoe ontstaat een tenniselleboog?
Het hebben van fysiek werk, werken met zwaar of vibrerend gereedschap en veel herhaalde bewegingen maken zijn risicofactoren om deze klachten te ontwikkelen. Gelukkig is er bij een tenniselleboog zelden sprake van blijvende schade. Na een jaar is 80 tot 90% van de mensen zo goed als hersteld. Maar hoe langer je rondloopt met klachten, hoe langer het herstel duurt. Daarbij duurt het herstel ook langer wanneer de pijn in je dominante arm zit.
Wat kun je ertegen doen?
Ook al gaan de meeste klachten uiteindelijk vanzelf over, we weten dat specifieke oefeningen goed helpen. Daarnaast herstel je sneller wanneer je gezond leeft. Dat wil zeggen dat je voldoende beweegt, goed slaapt en gezond en gevarieerd eet. Maar ook een gezond gewicht, niet roken en niet overmatig drinken spelen een rol. Ook het vinden van ontspanning, wat op heel veel manieren kan en voor iedereen anders is, helpt mee.
Mag je bewegen?
Wanneer je last hebt van een tenniselleboog, mag je gewoon bewegen. Sterker nog: we raden aan dat je je dagelijkse bezigheden zoveel mogelijk gewoon uitvoert. Alleen wanneer bepaalde bewegingen de pijn duidelijk verergeren, is het beter om dat (tijdelijk) te staken. Bij constante pijn is kortdurend rust nemen wél aan te raden. Maar breid de activiteiten zo snel mogelijk weer uit wanneer dat kan. Je hoeft niet af te wachten tot de pijn helemaal verdwenen is.
Welke oefeningen kun je doen?
Het is raadzaam om dagelijks oefeningen uit te voeren om je herstel te ondersteunen. Kijk bijvoorbeeld eens naar dit filmpje. De pijn mag hierbij niet voorbij score 5 (op een schaal van 1 tot 10). Het is belangrijk om je oefeningen minimaal 6 tot 12 weken vol te houden om echt verschil te kunnen merken. Worden de klachten niet minder? Dan is het verstandig om een afspraak te maken bij de fysiotherapeut.
Deskundig advies
Bij klachten die maar niet minder worden, is het slim om een expert in te schakelen. De fysiotherapeut kan jou adviseren, maar ook de pijnklacht monitoren. Op die manier kan de behandeling goed afgestemd worden op hoe jouw klacht zich ontwikkelt. Neem gerust contact op voor meer informatie.
